
Het verweven van online, klaslokaal en beroepspraktijk

De huidige coronacrisis biedt een kans om te komen tot een vorm van blended learning in het mbo, waarbij online, klaslokaal en beroepspraktijk verweven zijn. Dat vindt Breens-expert Shauna Plompen. “Je kijkt naar het onderwijs dat je wilt aanbieden – de kennis, de vaardigheden, de beroepshouding – en kijkt vervolgens hoe en op welke manier je dat (expliciet) aan wilt bieden.”
Tekst: Peter Bekkering
Shauna Plompen werkt al zeven jaar als docent in het MBO, eerst bij de opleiding sociaal werk in Utrecht en momenteel bij maatschappelijke zorg in Almere. Daarnaast heeft ze haar eigen bedrijf, Blijven Leren. Ze deed een master Pedagogiek met daarbinnen het profiel Leren en Innoveren. De docente heeft altijd belangstelling gehad voor de wijze waarop digitale tools een meerwaarde kunnen hebben voor effectief onderwijs. Ze ontdekte dat er grote verschillen zijn in leraren die de tools zich gemakkelijk eigen maken en leraren die dat moeilijk vinden. Niet iedereen weet hoe digitale tools op een effectieve manier zijn in te zetten.
Plompen zag dat vanaf de start van de coronacrisis veel docenten in het MBO worstelden met het online lesgeven en met de vraag hoe ze de ‘sfeer’ van hun reguliere les online konden terugbrengen. “Dus niet alleen de camera aanzetten en je verhaal vertellen, maar echt werkvormen inzetten, interactie creëren en studenten erbij houden en motiveren.” Ze besloot daarom hen te helpen, via social media en via cursussen.
Plompen zag dat het HBO op het gebied van online lesgeven een voorsprong had. “Daar werd al gedaan aan ‘flipping the classroom’ – leerlingen bekijken uitleg en instructie in hun eigen tijd en de tijd in de klas wordt gebruikt om te oefenen – waarbij je heel effectief met je contacttijd omgaat en waarbij je goed nadenkt wat echt moet gebeuren wanneer je elkaar – docenten en studenten – ziet.”
Kansen van blended learning
Plompen is ontzettend benieuwd welke elementen van online lesgeven post-corona behouden blijven. “Enerzijds wil je niet alles online doen, anderzijds biedt het ook kansen.” Daarvoor is eerst een duidelijke afbakening van blended learning nodig.”
“Het is essentieel dat het online en het fysieke gedeelte met elkaar verweven zijn. Je spreekt niet van blended learning als je zowel online als fysiek iets aanbiedt zonder onderling verband.”
Plompen is duidelijk over welke leerstof zich wel en niet leent voor online aanbieden: “Je moet goed kijken naar de voordelen van fysiek en online. Bij fysiek lesgeven gaat het van elkaar leren eenvoudiger, je kunt gemakkelijker het gesprek voeren en op elkaar inhaken. Ook kan je fysiek gemakkelijker met werkvormen werken waarmee je oefent in belangrijke softskills, zoals samenwerken en interpersoonlijke vaardigheden die erg van belang zijn.”
“De online les kun je goed gebruiken om een introductie aan te bieden op de lesstof en om de voorkennis te activeren. Daarnaast kun je tijdens online lessen met gebruik van goede werkvormen of tools achterhalen wat leerlingen lastig vinden of waar ze meer van zouden willen weten. Vervolgens kun je daar fysiek mee aan de slag. In een klaslokaal kan je extra instructie geven, samen leren en kun je activiteiten doen die het verwerken van de stof verbeteren. Tijdens een fysieke les kun je meer context meegeven zodat de lesstof beter blijft hangen. Je brengt het onderlinge verband aan door naar aanleiding van je online-instructie opdrachten te geven die je in de fysieke les bespreekt of door aan de slag te gaan met lesstof waarvan je in de online les gemerkt hebt dat leerlingen er moeite mee hebben.”
Plompen benadrukt wel dat het altijd van belang is om goed te kijken naar het type opleiding. “Neem bijvoorbeeld de beroepsopleiding. Daarbij is het van belang om dat niet alleen kennisgericht te doen, maar ook veel aandacht te besteden aan de praktijklessen. En dat gebeurt fysiek in het klaslokaal. Bovendien heb je in het MBO naast online en fysiek nog een derde element, de beroepspraktijkvorming oftewel de stage. Kijk daarom naar het onderwijs dat je aanbiedt – de kennis, de vaardigheden, de beroepshouding – en kijk vervolgens hoe en op welke plek je dat aan wilt bieden.
In de huidige situatie kun je bijvoorbeeld in samenspraak met het werkveld besluiten dat leerlingen bepaalde vaardigheden gaan oefenen in de praktijk, die je normaal in het praktijklokaal zou uitvoeren. Stem af met praktijkbegeleiders welke mogelijkheden er zijn om op locatie een workshop of een kennisdeling te organiseren naar aanleiding van een beroepstaak. Op die manier observeer je wat er op dat moment speelt in de praktijk en bepaal je welke leerervaringen je kunt omzetten in een lesmoment. In het MBO betekent blended learning het verweven van online, klaslokaal en de beroepspraktijk.”
Valkuilen bij het verweven
Echter, dat verweven gaat niet vanzelf. “Het is een valkuil wanneer je als docent eerst online een opdracht geeft en vervolgens in de fysieke les niet terugkomt op die opdracht. Een andere valkuil is je te strikt vasthouden aan je programma van de scheiding tussen je online en fysieke les, ook als het in de praktijk niet blijkt te werken.”
“Je moet als docent steeds kritisch blijven kijken of de verhouding online-fysiek nog klopt. Blijf open staan voor verbeteringen daarin en checken continu met je doelgroep of alles nog op de juiste plek staat.”
Plompen heeft daarbij nog wel een tip: “Stem het als team met elkaar af. Als iedereen binnen een team de stof op een ander manier aanbiedt, wordt het chaotisch. Door af te stemmen kun je direct ook veel van elkaar leren bij het inrichten van blended onderwijs.”
Plompen verwacht dat het online onderwijs, dat door de coronacrisis in een stroomversnelling is geraakt, post-corona zal blijven. “Daarbij zal de zoektocht naar het eerdergenoemde evenwicht – online, klaslokaal en beroepspraktijk – nog wel even duren. Ik verwacht dat het in de toekomst steeds meer maatwerk zal worden. Verder verwacht ik meer aandacht voor differentiatie, waarbij studenten in hun eigen tempo zaken doen en op maat ondersteuning krijgen. Nu is die ondersteuning nog vaak heel generiek. Wat altijd belangrijk zal blijven is de rol van de docent. De keuzes die de docent en het docententeam maken en de wijze waarop zij het onderwijs aanbieden, is een belangrijke factor bij effectief onderwijs.”
Wil je een reactie plaatsen? Je bent op dit moment niet ingelogd. Je kunt als gast reageren, maar dan wordt je reactie pas zichtbaar na goedkeuring door de redactie. Als je je reactie direct geplaatst wilt hebben, log in of meld je aan.