
Gebruik dezelfde technologie voor optimale ondersteuning leerlingen

Niet de keuze tussen Google of Windows is in het onderwijs belangrijk, maar de consequente implementatie. Leerkrachten en leraren moeten bovendien met exact dezelfde technologie werken, want alleen dan kunnen zij hun leerlingen zo goed mogelijk ondersteunen. Dat zijn twee adviezen die Natalie Provost, pedagogisch ICT-coördinator bij de Ignatiaanse scholen Iñigo in Aalst, geeft in een interview met het Belgische Schoolit.
Provost studeerde voor leerkracht Nederlands, Engels en Informatica in het secundair onderwijs. Ze gaf dertien jaar les in het voortgezet onderwijs en maakte twee jaar geleden de stap naar het basisonderwijs. Ze is momenteel ICT-coördinator voor negen basisscholen en begeleidt de digitale versnelling in het onderwijs. Die hangt in Vlaanderen nauw samen met de Digisprong, een overheidsprogramma inclusief financiering gericht op kwaliteitsvolle digitalisering in het onderwijs. Daarbij zijn er vier speerpunten:
- Een toekomstgerichte en veilige ICT-infrastructuur voor alle scholen van het leerplichtonderwijs
- Een sterk ondersteunend en doeltreffend ICT-schoolbeleid
- ICT-competente leerkrachten en lerarenopleiders en aangepaste digitale leermiddelen
- Een kennis- en adviescentrum ‘Digisprong’ ten dienste van het onderwijsveld
Keuze educatief platform
Provost ziet dat nog niet alle scholen in de scholengroep werken met dezelfde educatieve platformen, en dat de scholen bij de toestellen kiezen voor Windows. Zelf vindt ze de eeuwige discussie over de keuze tussen Google en Windows minder belangrijk. Het gaat er volgens haar om hoe consequent je alles implementeert.
Bij de toestellen zijn twee zaken belangrijk. Ten eerste wat er nu mee kan maar ook wat er over een paar jaar mee kan: “Je moet namelijk niet enkel denken aan technologie die nu relevant is, maar die binnen drie of vier jaar nog altijd relevant zal zijn.” Ten tweede is het belangrijk dat toestellen voor leerkrachten en leerlingen beschikken over dezelfde technologie: “Als je wil dat de leerkrachten hun leerlingen zo goed mogelijk ondersteunen, moeten ze ook met exact dezelfde technologie werken.”
Digitale achterstand vroeg wegwerken
De lange termijn is ook belangrijk bij de besteding van de Digisprong-gelden die nu beschikbaar komen. Daarom begint een goede aanpak bij een school met het in kaart brengen van de bestaande situatie. Vervolgens moet er worden gekeken naar wat er nog nodig is en moet ervoor gezorgd worden dat de school een plan heeft waarmee de school het minstens zes jaar kan volhouden. “Als de toestellen versleten zijn, moet je namelijk ook een plan hebben voor vernieuwing.”
Provost geeft in het interview aan dat het met de mindset hoe belangrijk ICT is nog niet altijd goed zit in het basisonderwijs: “Kinderen leren tegenwoordig swipen voor ze leren schrijven, en het is aan ons om het ze zo jong mogelijk correct te leren. We moeten er niet vanuit gaan dat ze het wel vanzelf juist zullen kunnen.” Bovendien zijn er ook kinderen die thuis geen toestellen hebben of iemand hebben die hun digitaal veilig leert navigeren: “Als de digitale achterstand niet vroeg genoeg wordt weggewerkt, wordt die nooit meer weggewerkt. Als school draag je hier ook een verantwoordelijkheid in.” Ze roept scholen echter wel op om kritisch te zijn bij de besteding van de Digisprong-gelden: “Nu er veel geld in het onderwijs aanwezig is, zijn wij ook een interessante markt geworden. Kinderen zijn in mijn ogen echter geen markt om te bespelen.”
Concreet leermateriaal
Volgens Provost is concreet en laagdrempelig leermateriaal hard nodig. Volgens Provost kunnen het Kenniscentrum Digisprong en KlasCement hier een grote rol in spelen, alsook de pedadogische begeleidingsdiensten. “Iedereen werkt altijd op zijn eigen eilandje, maar veel scholen zijn met hetzelfde bezig. Dat is in mijn ogen verloren werk, al is niet alles natuurlijk vertaalbaar naar een andere school.”
Bron: Schoolit
Wil je op de hoogte blijven? Schrijf je nu in voor
de nieuwsbrief of registreer direct