
Mediawijsheid in de klas

Zo’n tien jaar geleden merkte schoolcoördinator Patrick Koning op dat zijn leerlingen op het Koning Willem I College wel iets mediawijzer mochten worden. Bij gebrek aan lesmateriaal en methodes besloot hij zelf aan de slag te gaan. Inmiddels weet hij alles van mediawijsheid en heeft hij zelfs het boek ‘Mediawijsheid in de klas’ geschreven om zijn kennis over te brengen.
Hoe ben je zelf begonnen met mediawijsheid?
“Zo’n tien jaar geleden ging de ICT-opleiding van het Koning Willem I College, waar ik nu nog steeds werk, over op competentiegericht onderwijs. Dat hield onder andere in dat leerlingen minder uitleg kregen en meer moesten gaan ontdekken, wat bijvoorbeeld via het internet gebeurde. Wat mij opviel is dat ze behoorlijk slecht waren in het zoeken van informatie, daar heel lang over deden of met de verkeerde informatie eindigden. Ik vroeg me af hoe ik ze die vaardigheden kon aanleren. Op internet kon ik daar maar heel weinig oplossingen voor vinden. Toen heb ik besloten om zelf aan de slag te gaan.
Het tweede dat me opviel is dat sociale media zoals Facebook en Twitter net opkwamen en veel leerlingen vrij naïef waren wat het posten betreft. Dat bleek dus ook een onderwerp waaraan gewerkt moest worden. Uiteindelijk hadden we binnen de ICT-opleiding zelfs de ‘week van de mediawijsheid’. Op een conferentie vroeg iemand me waarom ik dit alleen voor mijn eigen klassen deed. Ik stuurde meteen een mailtje naar de voorzitter van het college van bestuur en toen ging het snel. Binnen een week had ik een collegebreed project om lesmateriaal voor mediawijsheid te ontwikkelen en implementeren aan m’n fiets hangen. Dat voor 25 afdelingen en de meer dan honderd opleidingen die we bieden. Modellen waren er toen nog niet, die ben ik zelf gaan ontwikkelen. Daarnaast ben ik docenten gaan trainen en er kwam ook vraag vanuit andere scholen naar het materiaal. Zo is uiteindelijk het boek ontstaan.”
Wat houdt mediawijsheid nou precies in?
“Net zoals je moet leren lezen en schrijven, vind ik dat kinderen ook met media om moeten leren gaan. Media is tegenwoordig gewoon overal en altijd om ons heen. Die vaardigheden moet je leren om in de maatschappij mee te kunnen en eigenlijk zou het een basisvak moeten zijn. We besteden er hier op mbo-niveau veel aandacht aan en ook in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs neemt men het onderwerp serieus. Men realiseert zich wel dat het nodig is, maar niet iedereen weet hoe het aangepakt kan worden. Lang niet elke leraar is mediawijs genoeg. Mijn boek wordt dan ook veel gebruikt om mediawijzer te worden en als hulpmiddel om de lessen te geven.
Wat betreft media kun je consumeren, participeren en produceren. Onder consumeren valt bijvoorbeeld zoeken en vinden, maar ook de betrouwbaarheid van de informatie, dus waar komt het vandaan en wie heeft het geschreven? Bij participeren gaat het om een netwerk bouwen, onderhouden of gebruiken en je bewust zijn van wát je post. Produceren betreft maken en toevoegen, met de wet- en regelgeving die daarbij hoort. Leerlingen vinden het bijvoorbeeld heel normaal om een game gratis te downloaden, maar als ze zelf een app maken, vinden ze dat daar gewoon voor betaald moet worden. Ze leren zo het verschil tussen persoonlijke en zakelijke context, maar bijvoorbeeld ook auteursrecht en portretrecht. Reflectie is ook een belangrijk onderdeel, waarbij ze naar hun eigen gedrag leren kijken.”
Zijn kinderen van nu niet al heel mediawijs?
“Het lastige is dat leerlingen zichzelf vaak heel mediawijs vinden. Ze weten vaak meer dan hun ouders of opa en oma, ze zijn heel goed in het opzoeken van de filmpjes van een populaire vlogger en ook het gebruik van apparaten en media gaat goed. Ze zijn dus behoorlijk vaardig, maar in de praktijk leveren een hoop andere zaken toch problemen op, zoals het bedenken van een goed wachtwoord, kritisch zijn op wat ze tegenkomen en het zoeken en vinden in de beroepscontext.”
Wil je op de hoogte blijven? Schrijf je nu in voor
de nieuwsbrief of registreer direct