Microsoft Office 365 populairste platform in po en vo

Microsoft Office 365 is veruit het meest gebruikte platform in het primair onderwijs (po) en voortgezet onderwijs (vo). Dat blijkt uit een onderzoek van Kennisnet onder meer dan 550 scholen binnen. Het platform laat Google G Suite for Education en het Apple-platform ver achter zich.

Uit de peiling blijkt dat op veel scholen meerdere platformen in gebruik zijn. Voor leraren kan dit lastig zijn, wanneer ze in de klas een ander platform gebruiken dan wanneer ze met collega’s samenwerken. Ook beheersmatig kan dit voor extra complexiteit zorgen. Bijvoorbeeld door meerdere koppelingen met het printsysteem aan te moeten brengen, om te kunnen printen vanuit zowel Chromebooks als Windows devices.

Op basis van de peiling blijkt dat de verschillende platformen als volgt worden gebruikt: 

• Microsoft Office 365 wordt veruit het meeste gebruikt (po 79%, vo 83%).  
• Google G Suite for Education (po 45 %, vo 32%)  
• Apple-platform (po 46% en vo 37%).

Kennisnet onderzocht ook het gebruik van devices in po en vo. Daar bleek een flink verschil te bestaan tussen po en vo.

• In het po gebruikte 60% Chromebooks, 25% de iPad en 15% Windows laptops/desktops.
• In het vo gebruikte 58% Windows devices, 32% Chromebooks en 10% iPads/MacOS devices. 

Dat het vo vaker kiest voor Windows devices, is volgens Kennisnet te verklaren omdat Windows devices meer mogelijkheden bieden op het gebied van het gebruik van software, zoals Adobe software of technische CAD-tekenprogramma’s, en het aansluiten van randapparatuur, zoals meetapparatuur voor bèta-vakken.

Inkoop platformen

Kennisnet onderzocht ook hoe schoolbesturen po en vo platformen inkopen.

In het po zijn veel ‘totaalleveranciers’ actief. Een schoolbestuur koopt de devices voor leerlingen. De leverancier zorgt op verzoek voor infrastructuur (internet en wifi), de uitlevering en het beheer van de devices in een platform. Daarnaast zorgen deze leveranciers ook voor toegang tot digitale leermiddelen, door het meeleveren van een eigen schil (leveranciersportaal of kortweg portaal), die niet alleen toegang biedt tot de beheeromgeving en tot de office-applicaties, maar ook tot digitale leermiddelen, vaak alleen via Basispoort. Niet al het digitale lesmateriaal is beschikbaar via de leveranciersportalen. Leraar en leerling gebruiken in dat geval naast het portaal ook een andere manier om lesmateriaal te benaderen, vaak via een website.

In het vo wordt ICT veel vaker modulair ingekocht dan in het po. Bijvoorbeeld: bij de ene leverancier kopen ze devices in, bij de andere leverancier netwerkapparatuur en bij weer een ander de printers. In dat geval zijn besturen zelf verantwoordelijk voor het veilig en juist samenwerken van de losse systemen. Dit betekent dat devices in zo’n situatie zelf beheerd worden en de beheeromgeving zelf wordt ingericht. Leraren en leerlingen maken vaak gebruik van de samenwerkplatformen van Google, Microsoft en (in mindere mate) Apple, zonder specifiek leveranciersportaal. Digitaal lesmateriaal wordt benaderd via een ELO.

Conclusie

Uit het onderzoek blijkt dat devices en platformen verschillend worden gebruikt, ingericht en ingekocht in het po en vo. Dit laat zien dat de behoeftes van deze sectoren flink van elkaar verschillen op dit gebied. 

• In het po is er meer behoefte aan eenvoud, dus wordt daar veel meer gekozen voor geïntegreerde dienstverlening en eenvoudige devices zoals iPads en Chromebooks. 
• In het vo ligt die behoefte anders. De oudere leerlingen maken juist veel meer gebruik van complexere software en randapparatuur. Leerlingen maken daarom meer gebruik van Windows devices.

Lees hier het artikel van Bas Roset van Kennisnet over het onderzoek.