
Minister Wiersma schetst route naar inclusief onderwijs in 2035

Minister Dennis Wiersma van Primair en Voortgezet Onderwijs heeft in een Kamerbrief de contouren van de werkagenda Route naar inclusief onderwijs 2035 geschetst. Ieder(in), het netwerk voor mensen met een beperking of chronische ziekte, is blij maar vindt wel dat er meer moet gebeuren rond met name goede zorg en ondersteuning in de klas.
In de Kamerbrief staat de ambitie inclusief onderwijs 2035 omschreven aan de hand van zes punten:
- Bij inclusief onderwijs is ieder kind welkom op school. Jongeren (en hun ouder(s)) hebben vrijheid om te kiezen voor de school die het beste bij ze past en dichtbij is zodat ze met leeftijdsgenoten naar school kunnen.
- Scholen, leraren en onderwijsondersteuners hebben de tijd en de ruimte en zijn voldoende toegerust om les te geven aan een diverse groep. Tijdens hun opleiding en op de werkplek hebben ze geleerd hoe ze dat kunnen doen en tijdens hun carrière ontwikkelen ze zich daar verder in via inductie en voortgezette professionalisering.
- De leeromgeving is zo ingericht dat alle jongeren meedoen en leren. Lessen en ondersteuning worden zoveel mogelijk groepsgericht aangeboden. Scholen hebben de ruimte om waar nodig maatwerk te leveren, in samenspraak met de jongere en de ouder(s).
- De gebouwen zijn voor iedereen toegankelijk en flexibel in te richten en bieden waar mogelijk ruimte voor verschillende disciplines.
- De kennis die is opgebouwd in het gespecialiseerd onderwijs komt breder beschikbaar en wordt in het regulier onderwijs ingezet. De school kan een beroep doen op ondersteuning en expertise uit het gespecialiseerd onderwijs, jeugdhulp en zorg om aan de ontwikkelingsmogelijkheden van alle jongeren tegemoet te komen. Ook deze ondersteuning wordt zoveel mogelijk groepsgericht en binnen de onderwijscontext geboden. Als het voor hun ontwikkeling belangrijk is dat jongeren tijdelijk of voor langere tijd overstappen naar een speciale onderwijsvoorziening of zorg dan kan dat.
- De brede ontwikkeling van de jongeren staat centraal. Het gaat niet alleen om cognitieve ontwikkeling, maar ook om de sociale, emotionele, praktische en creatieve ontwikkeling. Scholen staan niet alleen voor de ontwikkeling van jongeren. De doorgaande ontwikkeling van jongeren is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van velen, waaronder – afhankelijk van de situatie van het kind – ouders/verzorgers, gespecialiseerde voorzieningen, zorg, jeugdzorg, kinderopvang, gemeenten, partners in de wijk en het bedrijfsleven in de regio.
Actielijnen
Om deze ambitie te realiseren worden in de Kamerbrief zes actielijnen geformuleerd:
- Toerusten van school en personeel.
- Laagdrempelige hulp in en nabij de school.
- Organiseren van een dekkend aanbod van (inclusief) onderwijs en ondersteuning.
- Regelruimte creëren in leerpad en ontwikkeling.
- Bouwen aan een toegankelijke en inclusieve huisvesting.
- Normaliseren van inclusief onderwijs.
Elke drie jaar (2025, 2028, 2031) is er een ijkmoment waarbij de minister met de betrokken partijen bepaalt welke vorderingen er zijn gemaakt, in welke mate de ambitie dichterbij is gekomen en wat er nodig is om de volgende stappen te zetten. De minister gaat in de Kamerbrief ook in op een aantal acties op landelijk niveau die met de ambitie samenhangen:
- Heldere taakomschrijving voor samenwerkingsverbanden vastleggen.
- Bepalen wat er nodig is op het gebied van huisvesting.
- Doorontwikkeling van het gespecialiseerd onderwijs vormgeven.
- Verruimen beleidsregel experimenten samenwerking regulier en speciaal onderwijs.
- Meer onderzoek inzake inclusief onderwijs.
- Betrokkenheid jongeren en ouders vormgeven.
- Ondersteuning initiatieven inclusief onderwijs.
Reactie Ieder(in)
In een reactie laat Ieder(in) weten blij te zijn met de opstelling van de minister. Ook vindt Ieder(in) het goed dat de minister niet pleit voor het opheffen van speciaal onderwijs, maar vindt dat inclusief onderwijs een combinatie moet zijn van het beste uit het speciaal onderwijs en het beste uit het regulier onderwijs.
Ieder(in) benoemt nog wel een aantal aandachtspunten. Zo pleit Ieder(in) ervoor dat het recht op ontwikkeling en non-discriminatie wordt vastgelegd in de nieuwe wetgeving. Dit biedt ouder en kind de rechtsbescherming die nu ontbreekt bij bijvoorbeeld een geschil over (het recht op) passend onderwijs. Ieder(in) wijst er verder op dat een transformatie van het onderwijs niet zonder financiële investering kan. Dat deze ontbreekt baart Ieder(in) zorgen. Deze middelen zijn onder andere nodig om:
- Een veel betere verbinding tussen zorg en onderwijs om inclusief onderwijs te kunnen realiseren.
- Het team op school aan te vullen met onderwijsassistenten, zorgverleners of (intern/ambulant) begeleiders met specialistische kennis.
Omdat Ieder(in) constateert dat veel scholen en leraren zich nog afwachtend opstellen tegenover inclusief onderwijs en zich er vaak nog geen voorstelling van kunnen maken of zich afvragen of het wel haalbaar is, heeft Ieder(in) het document ‘Inclusief onderwijs is hard nodig en heel goed mogelijk‘ gemaakt met kennis vanuit scholen die vooroplopen.
Bronnen: Ieder(in), Rijksoverheid
Wil je op de hoogte blijven? Schrijf je nu in voor
de nieuwsbrief of registreer direct