
De noodzaak van standaardisatie van IT voor flexibel onderwijs

Flexibilisering van het onderwijs voor de student van nu en de medewerker van morgen. Dit levert op papier mooie ideeën en plannen op, maar blijkt in de praktijk een getouwtrek van jewelste tussen onderwijs, overheid en het bedrijfsleven. Waarom is het nu bijvoorbeeld zo lastig om bij flexibel onderwijs een brug te slaan tussen programmamanagement en IT én wat heb je nodig om het goed georganiseerd en werkend te krijgen? In gesprek met Hans Cremer van Hogeschool van Amsterdam en Peter de Haas van Synigo Pulse proberen Robert van den Ham en co-host Charles Stork dichter tot een antwoord op deze vragen te komen.
Beluister de hele aflevering met Hans Cremer en Peter de Haas.
Breens LIVE!
In het programma ‘Breens LIVE!’ op New Business Radio gaan Robert van den Ham en zijn co-host Charles Stork van Breens Network elke maand in gesprek met ervaringsdeskundigen over innovatie en digitalisering in het onderwijs van morgen. ‘Breens LIVE!’ wordt elke derde vrijdag van de maand tussen 11.00 en 12.00 uur uitgezonden op New Business Radio. Achteraf is het als podcast te beluisteren via Breens.nl en op de bekende podcastkanalen.
Highlights aflevering met Hans Cremer en Peter de Haas
Skills over kennis
Het gesprek komt meteen goed op gang met Hans Cremer die aangeeft dat het niet alleen gaat om de student die vraagt om flexibilisering, maar juist ook het werkveld. Zo legt hij uit dat studenten overladen worden met oude kennis, terwijl het werkveld juist verlangt naar moderne vaardigheden. In het gesprek komt voorbij hoe het zogeheten ‘Skills Paspoort’, waar Hans fier voorstander van is, hier een oplossing voor kunnen zijn.
Standaardisatie van het onderwijs
Als belangenbehartiger van het onderwijs poneert Hans ook een ander interessant standpunt, waar hij vindt dat het onderwijs via standaardisatie weer terug moet naar diens originele taak: “Onze taak is didactiek, het overbrengen van kennis, kunde, vaardigheden en aanzetten tot leren. Daar moet geld in. En bakken met geld worden verslonden in de IT-kant met allerlei organisaties en instellingen die het allemaal denken beter te weten, omdat ze ‘uniek’ zijn. Dat vind ik ongelofelijk. Dat is gewoon een waste of menselijk en maatschappelijk kapitaal.”
Aansturen op veranderingen in het ecosysteem
“Als je grote veranderingen wil, dan stuur je op veranderingen in het ecosysteem. Dat zijn de vragende en aanbiedende partijen”, oppert Peter. Hij vervolgt: “Het onderwijs kent een aantal klassieke partijen die vaak een actieve rol spelen bij verandering. Dat is Stichting SURF. Dat is Kennisnet. Maar wat daar vaak in ontbreekt zijn commerciële partijen. Daadkrachtige partijen. Je ziet vaak dat er heel veel onderzocht wordt. Het is een poldermodel. Het is soms weinig doortastend. Je merkt ook dat alle partijen ook weer sturen op de dingen die ze willen of kunnen beïnvloeden. En dat ecosysteem duurt gewoon ontzettend lang. En dat is gewoon het frustrerende voor alle partijen die daar omheen dansen.”
Charles staat Peter hierin bij: “Wij zien vooral, vanuit de ene kant de technologiekant, en aan de andere kant, de onderwijskant.. er is zoveel mogelijk met standaardiseren. Maar laten we alsjeblieft die achterkant hetzelfde gaan zien, want het is allemaal niet zo ingewikkeld. Het onderwijs is heel goed te standaardiseren, al is het maar vanuit alle regelgevingen daar omheen vanuit de overheid.”
Innovatie gaat snel, maar adoptie gaat traag
Bestaande contracten, lopende aanbestedingen en reeds gedane investeringen houden standaardisatie in het onderwijs tegen volgens Hans. Zijn vraag is waarom hier niet zomaar afscheid van genomen kan worden. Peter legt de discrepantie uit tussen het bedrijfsleven en het onderwijs.
Charles stelt dat als je alles continu maar wil bewijzen, je op je plek blijft: “We zien heel erg dat heel veel onderwijsinstellingen vooral nog aan het uitvragen zijn wat ze gisteren gebruikten om dat de komende 6-7 jaar – want zo’n aanbesteding duurt vaak lang – weer te gaan gebruiken, omdat we de bewijslast nog niet hebben. Of omdat we nog niet helemaal weten wat eraan komt.”
Begin met het einde in gedachte
De lijn van keuzevermindering wordt doorgetrokken in het aanbod dat studenten voor hun kiezen krijgen in een fase waar ze het onmogelijk al allemaal kunnen weten. Hans dacht hier wederom het zijne van:
“Ze zitten daar zonder plan. Ze weten niet waarom ze de dingen leren die ze moeten leren, dus het zijn eigenlijk allemaal rationele moetens, en ik zou heel graag willen naar emotionele willens. ‘Begin with the end in mind, leren we onze studenten ook, van wat is nu inderdaad die functie waar jij toch wel aandacht voor lijkt te hebben? En dan inderdaad die backplanning maken, al dan niet gestandaardiseerd of modulair, maar in ieder geval met keuzemogelijkheden om het veel meer toegesneden te maken.”
Tekorten in het werkveld
Een ander probleem wordt aangesneden in de vraag van Charles aan Hans: “In hoeverre staat dan de regelgeving en de bekostiging om het onderwijs heen, urennormeringen, bindend studieadvies, basisbeurs, studieschuld die je opbouwt, in hoeverre staat dat in de weg van de vrijheid die we eigenlijk voor die student zouden wensen om die besluiten te nemen.” Waarop Hans antwoordt: “Er zit al een perverse prikkel in het eerste jaar. De scholen of universiteiten krijgen het eerste jaar bekostigt, en het maakt niet uit hoeveel er daarna afvallen.”
Hier bovenop komt nog de studievertraging, waar Hans benoemd dat 52% van de studenten in het hoger onderwijs zijn of haar diploma haalt in 5 jaar in plaats van vier. “Het zegt wel iets. En wat willen we? We hebben tekorten.”
Decanen zitten vast in oude economie
Om een efficiëntieslag te maken dienen volgens Hans de keuzes voor de student zich te baseren op de behoefte uit het werkveld en niet op een verouderd aanbod van opleidingen waar geen vraag meer naar is. Hans vertelt ook over een zorgelijk inzicht dat hij donderdag 21 september op deed tijdens decanendag. Aan de hand van een aantal voorbeelden zet hij uiteen hoe hij met 100 decanen tot de conclusie kwam dat degenen die studenten adviseren over hun toekomstige mogelijkheden in de arbeidsmarkt helemaal niet bekend zijn met de nieuwe mogelijkheden in de markt.
Cultuurverandering rondom mindset
Het is een systeemvraag waar de problematiek over gaat als het gaat over modularisering, waar het eigenlijk allemaal begint bij mindset. Belangrijk is volgens Hans dat we ons af blijven vragen wat we doen. Uiteindelijk kunnen we eindeloos blijven testen, maar moeten er ook resultaten komen. Een grote hoeveelheid studenten moeten uiteindelijk aan relevante beroepen worden geholpen. “En als je praat over middelberoepsonderwijs, hoger beroepsonderwijs tot aan universitair, ja, we leiden toch op voor het werkveld? Maar we zijn het werkveld uit het oog verloren is mijn stelling”, aldus Hans.
Kansen voor samenwerking
De kennisuitwisseling deze aflevering biedt de mannen ook hoop, wat zich uit in een oproep tot meer samenwerking tussen onderwijsinstellingen en bedrijven. Er wordt benadrukt dat het belangrijk is om gezamenlijke oplossingen te vinden voor de uitdagingen van flexibilisering en onderwijsinnovatie. De mogelijkheden voor standaardisering zijn er echt. Het openzetten van de deur voor het bedrijfsleven door het onderwijs zou een win-win betekenen voor zowel bedrijven als onderwijsinstellingen, en nog het allerbelangrijkste: voor de student!
Kracht van community
De basis lijkt hiervoor niet op orde. Er moet dus niet alleen gekeken worden naar vernieuwing, maar ook het opruimen van de kelder en zolder. We moeten volgens de heren terug naar een functionele toepassing van IT om de integratie ervan te laten slagen. Vervolgens kan hier een innovatieslag op gemaakt worden. Dit betekent niet alles tegelijkertijd proberen, maar via pilots en focusgroepen kijken naar wat écht werkt. Breens Network helpt bij het aanscherpen van focus en het neerzetten van de basis.
Wil je op de hoogte blijven? Schrijf je nu in voor
de nieuwsbrief of registreer direct