
De rol van open standaarden bij digitale transformatie

Voor een geslaagde digitale transformatie zijn open standaarden een belangrijke voorwaarde. Tegelijkertijd is autonomie in de onderwijs- en onderzoekssector een groot goed. Daarom moet die sector nu de juiste beslissingen nemen om zelf voldoende slagkracht te houden en de juiste richting op te gaan. SURF interviewde hierover drie experts.
Open standaarden voor digitale transformatie
Larissa Zegveld, voorzitter van het Forum voor Standaardisatie en CEO van Kennisnet, vergelijkt de open standaard met de ski-binding. Die is overal hetzelfde onafhankelijk van waar je skischoenen vandaan komen of waar je je ski’s huurt. Daardoor kun je met dezelfde skischoenen op verschillende ski’s van verschillende bergen af skiën. In de digitale wereld betekent dit dat we steeds meer gegevens willen uitwisselen, maar daarbij nog geen gezamenlijke binding hebben. Vervolgens legt ze uit wanneer we spreken van een open standaard: “Als documentatie over die standaard laagdrempelig beschikbaar is en dus voor iedereen toegankelijk. Op een open standaard zitten geen licenties en er zijn ook geen hindernissen op het terrein van intellectueel eigendom.”
Bovendien is het democratisch, aldus Zegveld: “Iedereen die te maken krijgt met die standaard heeft inspraakmogelijkheden en er is een beheerorganisatie die in de gaten houdt dat als er veranderingen in de standaard komen, deze nog steeds interoperabel is.”
De mogelijkheden van een open standaard
Wouter de Haan, manager stelselbeheer bij Nictiz, de kennisorganisatie die onder andere standaarden in de zorg beheert en ontwikkelt, vertelt over de mogelijkheden bij goed inzetten van open standaarden. Als zorgverleners hun data volgens de gestandaardiseerde taal voor medische terminologie, SNOMED, opschrijft kan er een prachtige kennisbank worden opgebouwd, waarbij alle informatie met elkaar wordt gedeeld. Tegelijkertijd ziet hij ook een belangrijke uitdaging: hoe zorgen we ervoor dat zorgverleners conform de standaarden gaan werken?
Die laatste uitdaging ziet ook Geerten van de Kaa, associate professor standaardisatie aan de TU Delft. Hij vindt daarnaast dat open standaarden niet ten koste hoeven te gaan van innovatie, omdat ze ook zorgen voor compatibiliteitsstandaarden waardoor je systemen kunt creëren waarin innovatie kan plaatsvinden.
Zegveld vertelt dat we voorheen in een wereld zaten met gesloten standaarden. Dat had een belangrijke nadeel: je kon met je data en informatie moeilijk van leverancier veranderen. Daarom zijn volgens Zegveld soms pijnlijke beslissingen nodig: desinvesteren, omdat eerder is geïnvesteerd in softwarepakketten die niet voldeden aan de open standaarden.
Samenwerken aan open standaarden
Volgens Van de Kaa zit het succes van open standaarden in samenwerking. Open standaarden hebben bovendien het voordeel van een flexibel karakter, omdat ze desgewenst steeds kunnen worden aangepast aan wensen van ontwikkelaars en gebruikers. Daarmee wordt bovendien het potentiële marktaandeel groter.
Zegveld vindt het belangrijk dat de onderwijs- en onderzoekssector gezamenlijk de gesprekken aangaat met leveranciers. Zo heeft de sector meer slagkracht en kan ze voorkomen dat er niet te gesloten wordt geacteerd. Ook kan de sector zo waken over zaken als authenticiteit van de afzender en de publieke waarden die we in Nederland belangrijk vinden. Van de Kaa voegt daaraan toe dat de sector zich ook bewust moet zijn van de druk die wordt uitgeoefend, bijvoorbeeld om gedwongen voor een standaard te kiezen, omdat anders samenwerken niet mogelijk is. Daarnaast wijst hij erop dat een standaard in waarde toeneemt als meer bedrijven die standaard adopteren. Van der Kaa is ervan overtuigd dat de onderwijs- en onderzoekssector hierbij groot genoeg is om het verschil te maken.
Bron: SURF.
Wil je op de hoogte blijven? Schrijf je nu in voor
de nieuwsbrief of registreer direct