
Hoe kan duurzaamheid katalysator zijn van onderwijsvernieuwing?

Duurzaamheid kan een katalysator zijn van onderwijsvernieuwing en kan het onderwijs relevanter, aantrekkelijker en verantwoordelijker maken. Hoe dat kan legt hoogleraar Arjan Wals uit in een aflevering van VO-praat, een videoreeks van de VO-academie.
Wals memoreert aan het begin van de video (te vinden onderaan dit artikel) hoe weinig aandacht er in de tijd dat hij naar school ging – zo’n 40 jaar geleden – was voor de milieuproblemen van destijds. Inmiddels is de zorg om de aarde en de bijbehorende uitdagingen iets dat breed gedragen wordt. Wals stelt vervolgens de vraag hoe die uitdagingen een vertrekpunt kunnen worden voor het leren op scholen.
Leven lang flexibel werken
Volgens Wals ligt er een enorme uitdaging voor het onderwijs. “Het onderwijs is onbedoeld en onbewust een verlengstuk geworden van de globaliserende economie. Er is veel aandacht voor de ontwikkeling van individualiteit en zelfraadzaamheid. Vooral denken aan ‘hoe overleef ik op de arbeidsmarkt’. Eigenlijk worden leerlingen voorbereid op een leven lang flexibel werken, om vervolgens als goede consumenten het verdiende inkomen weer uit te geven om de economie draaiende te houden.”
Onbedoeld onduurzaamheid versterken
Wals vindt dat “de tirannie van innovatie en ondernemerschap ervoor zorgt dat de taak van het onderwijs erg is uitgehold”. Hij waarschuwt daarom: “Als we hier niet iets aan doen versterken we onbedoeld onduurzaamheid. Daarom moeten we kwaliteiten en competenties ontwikkelen om lichter te kunnen leven.” Zulke kwaliteiten zijn onder meer empathie, het kijken naar verleden, heden en toekomst, en het omgaan met complexiteit, onzekerheid, verwarring en twijfel. Volgens Wals worden deze kwaliteiten in het onderwijs momenteel matig ontwikkeld.
Kijk naar het hele onderwijssysteem
Wals wil geen losse maatschappelijke thema’s in het onderwijs, zoals biodiversiteit, gezondheid, burgerschap en mensenrechten. Hij pleit om in plaats daarvan integratief te kijken naar het hele onderwijssysteem. “Kijk waar in het curriculum thema’s kunnen worden opgenomen – bijvoorbeeld de circulaire economie bij economie – en kijk naar de pedagogiek en de didactiek. Ook moeten we kijken hoe we de omgeving van de school actief betrekken en hoe we de leefwereld en de zorgen en de passies van de leerling een plek geven.” Bij dit alles moet er ook aandacht zijn voor de professionele ontwikkeling van docenten. “Hoe leg je de relatie met je omgeving, hoe leer je systeemdenken, hoe krijgen de emoties van leerlingen in de klas een goede plek? Sociaal-emotioneel leren is namelijk even belangrijk als cognitief leren.”
Pedagogiek van de hoop
Tenslotte vraagt Wals ook aandacht voor de school zelf. Daarbij gaat het om het schoolgebouw (energieverbruik, wel/niet vlees in de kantine) en het schoolplein. “Dit biedt mogelijkheden om integraal systemisch te werken, waardoor duurzaamheid ook leuk wordt. Leren voor duurzaamheid hoeft niet doom en gloom te zijn en hoeft niet te leiden tot meer apathie en machteloosheid. Het vraagt om creativiteit, handelen en uitproberen en reflecteren. Zo ontstaat een pedagogiek van de hoop met duidelijke handelingsperspectieven.”
Bekijk de video
Over Arjen Wals
Arjen Wals is hoogleraar Transformatief Leren voor sociaal-ecologische duurzaamheid aan de Wageningen Universiteit en UNESCO Chair op het terrein van sociaal leren voor duurzame ontwikkeling. Hij doet onderzoek naar duurzaamheidseducatie binnen onderwijscontexten (van kleuteronderwijs tot hoger onderwijs) maar ook in meer buitenschoolse contexten, zoals in wijken, organisaties en transitiebewegingen. Zijn belangstelling gaat vooral uit naar de ontwikkeling van een kritisch relationele pedagogische benadering die een betekenisvol leven mogelijk maakt voor zo veel mogelijk mensen binnen ecologische grenzen, nu en in de toekomst.”
Bron: VO-academie
Wil je op de hoogte blijven? Schrijf je nu in voor
de nieuwsbrief of registreer direct