
Hybride docentschap brengt onderwijs en arbeidsmarkt samen

De mate waarin hybride docentschap bijdraagt aan een nauwere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt is groter dan tot nu toe werd aangenomen, aldus Thea Koster, voorzitter Techniekpact. “Het creëert meerwaarde voor zowel onderwijs als bedrijven en er ontstaat een win-winsituatie.” Koster stelt dit naar aanleiding van de publicatie door Techniekpact van drie onderzoeken rondom hybride docentschap en een speciale thema-nieuwsbrief.
De drie onderzoeken
Hybride docenten in het technisch beroepsonderwijs
CBS Microdata (2020), bewerking Dialogic / PTvT.
Onderzoek naar de kwantitatieve stand van zaken ten aanzien van hybride docentschap binnen het technische beroepsonderwijs. Hiervoor is gebruik gemaakt van microdata van het CBS over Nederlandse inkomstengegevens. Het onderzoek zoomt in op zaken als leeftijd, geslacht, salaris, gewerkte uren, arbeidsmarktregio, soort bedrijf en sector.
De hoofdredenen om hybride docent te worden en de mogelijke gevolgen van werken in twee banen
Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (2020), bewerking PTvT.
Aan de hand van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden van TNO en CBS, een periodiek onderzoek naar de werksituatie van werknemers in Nederland, is er onderzoek gedaan naar de hoofdredenen om hybride docent te worden en de mogelijke positieve of negatieve gevolgen van het werken in twee banen voor het functioneren en de gezondheid van hybride docenten.
Het rendement van de hybride techniekdocent
Dorenbosch (2020).
Aan de hand van interviews en focusgroepen met hybride docenten, directeuren en HR-managers bij onderwijsinstellingen en bedrijven is de vraag naar en het animo voor hybride docentschap binnen het technisch beroepsonderwijs in kaart gebracht. Wat zijn de ambities van onderwijsinstellingen op het gebied van hybride docentschap? En hoe wil het bedrijfsleven een bijdrage leveren aan het invullen van de vraag naar onderwijsgevend personeel? Het onderzoek geeft in zicht in de meerwaarde, de kansen en de belemmering van personele uitwisseling tussen bedrijfsleven en onderwijsinstellingen. En welke voorwaarden noodzakelijk zijn voor succesvolle implementatie van hybride docentschap.
Goede ontwikkeling
Koster legt uit waarom de opkomst van hybride docentschap een goede ontwikkeling is: “Hybride docenten leggen niet alleen de verbinding tussen het bedrijfsleven en het onderwijs maar zijn zelf, in persona, de verbinding.” En ze is niet de enige die er zo over denkt: “Wij zien een duidelijke toename van bedrijven en onderwijsinstellingen die met hybride docentschap aan de slag gaan. Niet alleen vanuit de gedachte van urgentie maar omdat dit gewoon heel erg slim is. Voor het onderwijs omdat je op deze manier de actualiteit binnen haalt en voor het bedrijf omdat het naast klantenbinding en promotie, maakt dat de toekomst van jouw sector veiliggesteld wordt.”
“Goede scholing, is niet iets van alleen het onderwijs, ook de sector heeft hier haar verantwoordelijkheid!” vindt Koster. “Tot voor kort werden hybride docenten vooral gezien als oplossing voor het groeiende lerarentekort. Onderwijsinstelling zetten het nu in om goed en innovatief technisch beroepsonderwijs te bieden. Deze verschuiving, van een kwantitatieve naar een kwalitatieve benadering, maakt dat bedrijven ook meer open staan voor samenwerking.”
Van het totaal aantal technici in Nederland combineert slechts 1 op de 2.500 de baan in de technische sector met een baan in het onderwijs. Een van de redenen daarvoor is de aanname dat er een groot verschil zou zijn tussen het salaris in het onderwijs en het bedrijfsleven. Onderzoek laat echter het tegendeel zien; zowel in het mbo als in het hbo verdienen hybride docenten gemiddeld genomen meer in de onderwijsbaan dan in hun niet-onderwijsbaan.
De wijze waarop hybride docentschap vorm wordt gegeven verschilt per instelling en samenwerking. Goede regionale samenwerking is daarbij een belangrijk uitgangspunt. De duurzaamheid ervan wordt mede bepaald door hoe 6 C’s (constructie, context, competenties, credentials, coöperatie en commitment) worden uitgewerkt. Verspreid over Nederland lopen er vanuit Techniekpact momenteel vijf grote pilots rondom hybride docentschap in de technische sector.
Wat is het Techniekpact?
In 2013 tekende bestuurders uit onderwijs, bedrijfsleven, van werkgevers, werknemers, de regio’s en het Rijk, het Techniekpact met als overkoepelende ambitie: door een structurele aanpak zorgdragen voor een goed opgeleide beroepsbevolking met voldoende slimme en vakbekwame technici voor de banen van nu én van morgen.
Op 18 april 2016 is een geactualiseerd Techniekpact gepresenteerd met twaalf doelen:
- Basisscholen bieden in 2020 structureel W&T aan
- Leerkrachten beter toerusten op het aanbieden van W&T
- Versterken van publiek-private samenwerkingen in primair en voortgezet onderwijs
- Voldoende VO-leerlingen kiezen voor een bètatechnisch profiel
- Verbeteren aansluiting van het VO naar het MBO en HO
- Professionalisering VO-docenten en meer VO-docenten met een educatieve master
- Onderwijs en bedrijfsleven werken samen bij opleiden docenten beroepsonderwijs
- Verduurzamen van publiek-private samenwerkingen in het beroepsonderwijs
- Scholen en bedrijven stemmen regionaal onderwijsaanbod en stage- en leerwerkplekken af
- Afstemming tussen HO-instellingen met bedrijfsleven en binnen het HO, en meer aandacht voor internationaal en technisch talent
- Integrale samenwerking van regionale en sectorale netwerken bevorderen
- Vakkrachten behouden door te investeren in duurzame inzetbaarheid van technici
Lees hier de speciale nieuwsbrief die het Techniekpact uitbracht over hybride docentschap.
Wil je op de hoogte blijven? Schrijf je nu in voor
de nieuwsbrief of registreer direct