Home Thema's Onderwijsinnovatie Innoveren: wat werkt wel en wat niet?
Onderwijsinnovatie

Innoveren: wat werkt wel en wat niet?

tieners op school
Achtergrond

Michiel Lucassen is docent en ontwikkelaar bij Junior Technovium in Nijmegen, bedenker van het vmbo-vak innovatie & prototyping en medeoprichter van Vernieuwenderwijs, platform voor onderwijsinnovatie. Michiel schrijft veel over onderwijsinnovatie en helpt scholen vernieuwingen in de praktijk te brengen. Waarom is innoveren zo complex? Wat werkt niet en vooral: wat werkt wel? 

Wat maakt innoveren zo complex? 
“Een innovatieproces is altijd een leerproces van degenen die aan het innovatieproces meedoen. Innoveren kan heel ingewikkeld zijn als je dat niet in de gaten hebt. Je ziet vaak dat de innovatie gericht wordt op het systeem, alsof verandering iets externs is. Soms moet een systeem inderdaad ‘getweaked’ worden, maar als je je eigen handelen niet verandert, wordt het lastig om duurzame veranderingen in de praktijk te brengen. In de kern gaat innovatie over een gedragsverandering: wat ga jij veranderen in je gedrag en hoe ga je dat nieuwe gedrag volhouden?” 

Wat zijn de grootste valkuilen in een innovatietraject?
“Een belangrijke valkuil is de tijdsdruk in het onderwijs. Daardoor worden er vaak te snel beslissingen genomen. Gaandeweg een innovatietraject kom je er dan ineens achter dat niet iedereen dezelfde taal spreekt. Daar kan veel frustratie uit voortkomen. Op dit moment krijgt formatief evalueren bijvoorbeeld veel aandacht van scholen. Je ziet dat vakgroepen beslissen: ‘Vanaf dit jaar gaan we formatief evalueren; toetsen tellen niet meer mee’. Er is een klein stukje besloten, maar de belangrijkste vraag ‘Waarom?’ wordt overgeslagen. Dan kun je er bijvoorbeeld tegenaan lopen dat een docent zijn leerlingen niet uit kan leggen waarom ze precies stoppen met het geven van cijfers. Leerlingen doen vervolgens hun best niet meer, omdat het toch niet meetelt. De innovatie komt niet van de grond en na een bepaalde periode wordt besloten dat het niet werkt, terwijl niet wordt gekeken naar wat er precies niet werkt.”

Hoe kan je een innovatietraject wel in goede banen leiden? 
“Het begint met de realisatie dat je, naast bedenken hoe het anders moet, ook zelf dingen anders moet gaan doen. Vervolgens is de eerste stap het formuleren van een gezamenlijke taal en ambitie: ‘Waarom doen we dit eigenlijk? Hebben we dezelfde denkbeelden? Gebruiken we dezelfde woorden en bedoelen we dan ook hetzelfde?’ Daar gaat tijd overheen. De tweede stap is bedenken welke kleine veranderingen je kunt doorvoeren binnen de bestaande context. Bedenk kleine interventies en ga testen of dat werkt. Zo leer je waar je uiteindelijk gezamenlijk naartoe wilt. De collectieve ambitie is daarbij het kompas waar je op kunt varen. Als iets niet blijkt te werken, keer je terug naar je visie en kijk je of je het op een andere manier kunt proberen. 

Stel, je geeft geschiedenis en je wilt met formatief evalueren aan de slag. Je hebt samen de collectieve visie bepaald: je wilt niet dat leerlingen voor een cijfer werken, maar dat ze aan kunnen tonen dat ze bepaalde kennis hebben opgedaan. Een kleine stap zou kunnen zijn om bij het volgende hoofdstuk eerst de bijbehorende toets te maken met de leerlingen. Dat doe je voordat je überhaupt begint met de les. Samen ga je kijken wat daar uitkomt. Wat gaat goed en wat gaat fout? Waar zitten de gaten? Aan de hand van de uitkomst ga je samen kijken wat je kunt doen om die gaten op te vullen. Zo draai je het om en kunnen de leerlingen zelf vragen gaan stellen over de stof. Probeer dat twee weken en kijk wat daar uitkomt. Je past dan kleine dingen in het rooster aan, zonder dat het te ingewikkeld wordt of je het risico loopt dat leerlingen het juiste niveau niet halen. Zo leer je gaandeweg wat werkt.” 

Delen:

Wil je op de hoogte blijven? Schrijf je nu in voor
de nieuwsbrief of registreer direct

Trending topics
Creëer zelf je digitale wereld en houd de macht in eigen hand
Geen smartphones in de klas? Geen smartphones op school!