
MBO Raad wil havo en vmbo samenvoegen tot voorbereidend beroepsonderwijs

Als het aan de MBO Raad ligt zijn er voortaan na het basisonderwijs twee routes: een beroepsroute (voorbereidend beroepsonderwijs, mbo en hbo) en een academische route (vwo, universiteit). De MBO Raad wil in het voorbereidend beroepsonderwijs havo en vmbo samenvoegen. Het voorbereidend beroepsonderwijs duurt vier jaar en moet aandacht hebben voor algemene vorming, basisvaardigheden en beroepenoriëntatie.
Volgens Adnan Tekin, voorzitter van de MBO Raad, heeft het samengaan van havo en vmbo in het voorbereidend beroepsonderwijs verschillende voordelen:
- Het helpt jongeren een scherpere beroepskeuze te maken.
- Jongeren kunnen zich langer aan elkaar optrekken.
- Het samenvoegen maakt van het beroepsonderwijs de standaardkeuze.
Maatschappelijke uitdagingen
Daarnaast is het volgens Tekin keihard nodig om beroepsonderwijs een centrale positie te geven vanwege de maatschappelijke uitdagingen. En daarbij zijn personeelstekorten wel een belangrijke maar zeker niet de enige reden: “Ook de lange termijn vraagt om een andere manier van kijken naar hoe we jongeren kunnen helpen om een scherpe beroepskeuze te maken die past bij een goede start op de arbeidsmarkt. We hebben te maken met een krimpende beroepsbevolking en staan voor maatschappelijke uitdagingen zoals de klimaat- en energietransitie. Dat vraagt niet alleen om oplossingsgericht denken vanuit de huidige beroepsbevolking. Het vraagt ook om aandacht voor het kunnen bieden van gelijke kansen aan iedereen. En om actie om de groei van tweedeling te voorkomen; de impact daarvan op de ontwikkelingsmogelijkheden van groepen mensen, op de samenstelling van de beroepsbevolking en daarmee op de ontwikkeling van onze gehele samenleving moeten we niet onderschatten.”
Maatwerk
Het voorbereidend beroepsonderwijs moet vier jaar gaan duren. In die periode maakt elke jongere, naast algemene vorming en basisvaardigheden, kennis met beroepen in elke sector, via bijvoorbeeld korte meekijkstages of workshops op school. Met goed maatwerk in loopbaanbegeleiding en -oriëntatie maakt elke jongere dan na maximaal vier jaar een keuze voor een vervolgopleiding op het mbo of het hbo. In de nieuwe opzet blijft het mogelijk dat jongeren na het vbo kiezen voor het vwo en na het hbo voor de universiteit.
Trots
Met het neerzetten van het beroepsonderwijs als standaardkeuze wil voorzitter Tekin ook een ander punt maken. Het stoort hem dat enerzijds beroepsonderwijs als heel belangrijk wordt gezien, dat de kwaliteit van opleidingen hoog is en dat mbo’ers worden gezien als onmisbaar in het halen van kabinetsdoelen maar dat anderzijds nationaal de nadruk nog te vaak op meer is beter ligt. Onterecht, aldus Tekin: “De mbo’ers zijn het hart van onze samenleving. Met een mbo-diploma heb je goud in handen; laten we daar trots op zijn en die trots nog meer uitdragen zodat jongeren voor het beroepsonderwijs blijven kiezen.”
Bronnen: MBO Raad en Onderwijsland.
Wil je op de hoogte blijven? Schrijf je nu in voor
de nieuwsbrief of registreer direct