
VO-raad positief over ‘nee, tenzij’-aanpak van mobieltjes

Mobiele telefoons en andere apparaten worden niet meer toegestaan in de klas, tenzij ze educatief worden gebruikt tijdens de les. Dat is afgesproken in een hoofdlijnenakkoord tussen het ministerie van OCW en organisaties van leerlingen, ouders, leraren en schoolbestuurders. Henk Hagoort, voorzitter van de VO-raad, vindt het goed dat er een landelijke afspraak voor het voortgezet onderwijs is gemaakt om mobieltjes en andere devices niet toe te staan in de les, tenzij ze gebruikt worden voor educatieve doeleinden. Dat zei hij in een gesprek met BNR.
Volgens Hagoort moeten mobieltjes alleen op die momenten gebruikt worden dat het de les ten goede komt en helpend is voor de docent. Hij wijst erop dat veel scholen de afgelopen tijd niet hebben stilgezeten, dat er op veel scholen al beleid is rond mobieltjes en dat 30 procent van de scholen de afspraken die er waren onder invloed van de recente discussie hierover verder heeft aangescherpt. Hagoort roept de andere scholen op om samen met docenten, leerlingen en ouders hun mobieltjesbeleid tegen het licht te houden en te toetsen aan de ‘nee, tenzij’-afspraak.
Nul- en vervolgmeting
De hoofdlijnenafspraak is tot stand gekomen tussen OCW, VO-raad, Sectorraad GO, Stichting Platforms vmbo, Sectorraad Praktijkonderwijs, AOb, CNV-onderwijs, FvOV, Ouders en Onderwijs, LAKS en LBVSO. De gezamenlijke ambitie is dat alle scholen tegen 1 januari 2024 beleid hebben geïmplementeerd op basis van het uitgangspunt ‘nee, tenzij’. In oktober 2023 vindt een nulmeting plaats en in juni 2024 een vervolgmeting van het beleid op scholen over mobiele telefoons in de klas. Aan de hand van de meting in juni 2024 wordt gewogen of de gekozen aanpak adequaat is of dat ander (wettelijk) instrumentarium/aanpassing van de afspraken noodzakelijk is.
Overleg PO-Raad over mobieltjesafspraak
De PO-Raad gaat met de leden overleggen over de vraag of de ‘nee, tenzij’-afspraak over mobieltjes ook van toepassing moet zijn op het primair onderwijs. Volgens de PO-Raad zijn de zorgen over uitwassen met mobieltjes in het primair onderwijs veel minder aan de orde. Freddy Weima, voorzitter PO-Raad, vindt het eigenlijk overbodig, omdat het een formalisatie is van wat op de meeste scholen allang gebeurt. Bovendien leidt het tot nog meer afspraken over regels.
Wil je op de hoogte blijven? Schrijf je nu in voor
de nieuwsbrief of registreer direct