
VO-raad zet aandachtspunten voor vo voor komende kabinetsperiode op een rij

In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023 heeft de VO-raad zijn visie en inzet voor de komende kabinetsperiode naar de programmacommissies van de politieke partijen gestuurd. In het stuk gaat de VO-raad in op leerlingen en op personeel en lerende scholen en op de noodzakelijke voorwaarden investeren in huisvesting en digitalisering.
Leerlingen
Bij leerlingen draait het om het verhogen van onderwijskwaliteit en het vergroten van kansengelijkheid. De VO-raad pleit daarom voor:
- Selectie van leerlingen aan het einde van de onderbouwperiode.
- Het stimuleren van brede scholengemeenschappen waar de diverse onderwijsrichtingen onder één dak worden aangeboden en leerlingen elkaar buiten en in de les (denk aan maatschappijleer, creatieve vakken, lichamelijke opvoeding en mentorlessen) kunnen ontmoeten.
- Het aanbieden van een onderwijsprogramma met voor elke vo-leerling praktijkgerichte vakken, of elementen daarvan.
- Specifiek voor het vmbo een verlenging van de nominale opleidingsduur van vier naar vijf jaar, om leerlingen een steviger fundament voor de toekomst mee te geven en hen beter voor te bereiden op de keuze voor vervolgonderwijs.
- Minder toets-, examen- en prestatiedruk.
- Afschaffing van de vrijwillige ouderbijdrage en een extra bedrag per leerling als onderdeel van de bekostiging voor aanvullende leeractiviteiten.
Personeel en lerende scholen
Bij personeel en lerende scholen gaat het om aantrekkelijk werk voor alle onderwijsprofessionals. De VO-raad pleit daarom voor:
- Continuering van de uitvoering van de afspraken die zijn gemaakt in de Werkagenda bij het Onderwijsakkoord (2022), waaronder investeren in strategisch personeelsbeleid, verdere professionalisering van leraren en schoolleiders en innovatie in de organisatie van het geven van onderwijs (‘anders organiseren’).
- Het verminderen van de wettelijke onderwijstijd voor leerlingen én de lesgevende taak voor leraren.
- Het (verder) versterken van een duurzame, niet-vrijblijvende regionale samenwerking in onderwijsregio’s, waarbij lerarenopleiders, leraren en schoolbesturen gezamenlijk werk maken van de aanpak van het lerarentekort en andere maatschappelijke opgaven als kansengelijkheid en krimp.
- Betere aansluiting van de lerarenopleidingen op de praktijk in het voortgezet onderwijs, o.a. om uitval van nieuwe leraren tegen te gaan.
- Meer (wettelijk verankerde) medezeggenschap van het funderend onderwijs – scholen en beroepsgroep – in de vaststelling van het curriculum van de lerarenopleiding.
Investeren in huisvesting
Goede, gezonde en duurzame schoolgebouwen zijn een belangrijke voorwaarde voor goed onderwijs. De VO-raad pleit daarom voor:
- Het tot prioriteit maken van goede, gezonde en duurzame schoolgebouwen, met een structurele jaarlijkse investering van minstens €730 miljoen voor een integrale en programmatische aanpak van verouderde en slechte schoolgebouwen.
- Bij het implementeren van onderwijsbeleid altijd de consequenties voor de fysieke omgeving mee te nemen in randvoorwaarden en regelgeving.
- Een stevige prikkel om bij nieuwbouw en bij de stichting van scholen in ieder geval in de onderbouw alle niveaus onder één dak te huisvesten is wenselijk.
Digitalisering
Scholen hebben behoeften aan goede ondersteuning bij toenemende verantwoordelijkheden op het gebied van digitalisering. De VO-raad pleit daarom voor:
- De bekostiging van devices onderdeel te maken van de Wet gratis schoolboeken (WGS).
- Een fundamentele bezinning op de impact van kunstmatige intelligentie op het onderwijs.
Een goed samenspel tussen en rolvastheid van alle actoren – politiek, ministerie, leraren, leerlingen, schoolleiders en bestuurders – is volgens de VO-raad een noodzakelijke voorwaarde om tot effectief beleid te komen. Op dit vlak is volgens de VO-raad verbetering nodig en mogelijk.
Bron: VO-raad
Wil je op de hoogte blijven? Schrijf je nu in voor
de nieuwsbrief of registreer direct